Skip to main content Skip to footer

Wat zijn de gevolgen als je minder wilt gaan werken naast je WIA-uitkering?

Blog

De volgende situatie doet zich voor: Julia heeft een WIA-uitkering. Daarnaast werkt ze 16 uur en merkt dat het te veel wordt. Wat moet zij doen? Kan Julia “zomaar” stoppen met werken? Moet ze zich ziekmelden? In deze blog legt Nicoline van Klaveren, aan de hand van de casus van Julia, uit wat er gebeurt als een medewerker met een WIA-uitkering minder wil gaan werken of helemaal wil stoppen, en wat er gebeurt bij ziekte.

Julia is in 2017 uitgevallen voor haar eigen werkzaamheden en heeft in 2019 haar WIA- beoordeling gehad. De uitkomst van deze beoordeling is dat Julia 80-100% arbeidsongeschikt is. Er is geen restverdiencapaciteit vastgesteld. Julia is uit dienst gegaan bij de werkgever waar zij ziek is geworden en heeft na verloop van tijd een leuke baan gevonden die bij haar past. Zij doet dit werk voor 16 uur per week, verdeeld over 4 dagen.

 

Wat als het werken te veel wordt?

Na verloop van tijd merkt Julia dat het werken haar te veel wordt. Ze moet na een ochtend werken eerst 2,5 uur bijkomen op de bank. Zij heeft geen energie meer over voor haar aandeel in het huishouden en gaat in de avond op tijd naar bed om voldoende uitgerust te zijn voor de volgende dag. De woensdag, de enige dag dat zij niet werkt, heeft zij echt nodig om bij te tanken. Op die dag onderneemt zij niets en doet het rustig aan. Ook in de weekenden heeft zij weinig energie en daardoor staat haar sociale leven op een heel laag pitje. Dat kan zo niet langer. Alleen kan Julia niet overzien wat de gevolgen zijn als zij minder gaat werken.

 

Naar volledige WIA-uitkering

Bij een WIA-uitkering van 80-100% is geen restverdiencapaciteit vastgesteld. Julia zou in principe helemaal kunnen stoppen met de werkzaamheden. Uiteraard zal zij dit wel aan moeten kaarten met de nieuwe werkgever en zich houden aan de voorwaarden die daarover zijn vastgelegd in de arbeidsovereenkomst. Als zij stopt, dan houden uiteraard ook haar inkomsten op. Zij zal door moeten geven aan het UWV dat zij niet meer werkzaam is en dat er ook niets meer te verrekenen valt. Julia heeft dan weer recht op haar volledige WIA- uitkering van 80-100%.

 

Teruggaan in uren

Julia kan ook besluiten om minder te gaan werken. Dit besluit neemt zij, net zoals het stoppen met werken niet alleen. Met de werkgever kan zij in gesprek over wat wel haalbaar is. Misschien is het mogelijk om van 16 uur per week naar 12 uur per week te gaan. Zodat zij de maandag, woensdag en vrijdag kan werken. Hierdoor heeft zij steeds een dag vrij tussen de werkdagen. Officieel gezien zou Julia zich ziek moeten melden voor de 4 uur per week die zij minder gaat werken. De nieuwe werkgever kan door toepassing van de no risk de loonkosten terugvragen bij het UWV. Maar de nieuwe werkgever heeft wel alle poortwachterverplichtingen tijdens de ziekteperiode.

 

Praktische oplossing

Het is maar de vraag of de situatie van Julia tijdelijk zal zijn of dat 12 uur gewoon het hoogst haalbare is. En waarom zou je een nieuwe werkgever op kosten jagen door te kiezen voor een ziekmelding in plaats van een praktische oplossing. Zeker als het al duidelijk is dat het geen tijdelijke situatie is. Julia mag ook kiezen voor het aanpassen van haar arbeidsovereenkomst. Zij geeft dan door aan het UWV dat de inkomsten lager zijn en het UWV zorgt voor een juiste verrekening. Hierdoor houdt zij onder aan de streep iets minder over per maand.

Nu heeft Julia een arbeidsongeschiktheidspercentage van 80-100%. Hierdoor heeft zij geen restverdiencapaciteit en hoeft zij dus ook geen rekening te houden met een bedrag wat zij volgens het UWV zou kunnen verdienen. De situatie van Julia is ook toepasbaar op iemand die volgens de 60+-regeling is beoordeeld.

Er zijn echter ook situaties denkbaar dat iemand een arbeidsongeschiktheidspercentage heeft tussen de 35% en 80%. In die gevallen is het beter om wel de ziekmelding bij het UWV te doen. De werkgever krijgt de loonkosten terug maar volgt wel de stappen volgens de Wet verbetering poortwachter. De werknemer vraagt ondertussen een herbeoordeling aan. De verzekeringsarts en arbeidsdeskundige van het UWV kunnen dan bepalen of het arbeidsongeschiktheidspercentage en de restverdiencapaciteit juist zijn vastgesteld.

 

Blogs

Geschreven door

Nicoline van Klaveren, auteur Wegwijs in de WIA