Skip to main content Skip to footer

WIA-uitkeringen 60-plussers gefinancierd vanuit Aof

Artikel

De WIA-uitkeringen aan alle 60-plussers met een einde wachttijd tussen 1 oktober 2022 en 1 januari 2024 worden gefinancierd vanuit het Aof. Ook als gekozen is voor een reguliere beoordeling

Op 1 oktober 2022 is de vereenvoudigde WIA-beoordeling voor de 60-plusser van start gegaan.

De vereenvoudigde WIA-beoordeling geldt voor personen die de grens van twee jaar ziekte bereiken tussen 1 oktober 2022 en 1 januari 2024 en dan 60 jaar of ouder zijn. Een voorwaarde is wel dat werkgever en werknemer beiden instemmen met de vereenvoudigde WIA-beoordeling. Aan deze vereenvoudigde WIA-beoordeling komt geen verzekeringsarts te pas. Mensen worden alleen  beoordeeld door een arbeidsdeskundige en krijgen dan in principe een volledige arbeidsongeschiktheidsuitkering (WGA 80-100). Tenzij ze nog werken en minder dan 35 procent inkomensverlies hebben, de grens om in aanmerking te komen voor een WIA-uitkering.

Als er mogelijk sprake is van duurzaamheid, kijkt er wel een verzekeringsarts mee en is er alsnog een IVA-uitkering mogelijk. Het is dus van groot belang dat de bedrijfsarts dan bij de aanlevering van het medisch dossier al heel nadrukkelijk benadrukt dat bedrijfsarts vermoedt dat er mogelijk sprake is van volledige  en duurzame arbeidsongeschiktheid.

Achterstanden terugdringen

Het doel van deze maatregel is om de achterstanden bij de sociaal-medische beoordelingen terug te dringen. Door het tekort aan verzekeringsartsen bleven de achterstanden verder oplopen. Eind 2022 moesten 17.000 mensen langer op de uitkomst van hun WIA-claimbeoordeling wachten. Daarom is de minister overgegaan op een bijzondere buitenwettelijke maatregel. Ze heeft dit aangekondigd in een brief dd. 26 augustus 2022.

 

Maatregel heeft effect

In de voortgangsbrief WIA-hardheden dd. 28 april 2023 schrijft de minister dat deze tijdelijke maatregel op draagvlak van betrokken werknemers en werkgevers kan rekenen. En ook dat de maatregel effect heeft, omdat vanaf eind 2022 voor het eerst een minder grote toename van de achterstanden te zien is. De inschatting is dat de 60-plusmaatregel hier een positieve bijdrage aan heeft geleverd. Een overgroot deel van de werknemers en werkgevers stemt in met een vereenvoudigde beoordeling en het percentage bezwaar- en beroepszaken is tot op heden zeer laag geweest, zo’n 1% ten opzichte van ruim 20% bij reguliere WIA-(her)beoordelingen.

 

Geen toerekening aan werkgever

Dat er draagvlak is bij de werkgevers is mede omdat direct is aangegeven dat bij een vereenvoudigde beoordeling geen toerekening van de uitkering aan de werkgever plaatsvindt binnen de Werkhervattingskas en ook niet aan de WGA-eigenrisicodrager. De financiering vindt namelijk plaats uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds. De minister zal uit de begroting van SZW zelf een financieringsbijdrage voor deze regeling betalen, zodat de rekening van de extra WGA-instroom niet bij de werkgevers neergelegd wordt. 

Contact

Opleidingsadvies

Wil je meer weten over een opleiding? Of een advies welke opleiding jou het beste past? Bel met Christel, Paul, Sandra, Judith, Marleen of Renske!

 

Niet alleen voor vereenvoudigde beoordeling

Nieuw is echter dat Van Gennip aankondigt dat de uitkeringen aan alle 60-plussers met een einde wachttijd tussen 1 oktober 2022 en 1 januari 2024 worden gefinancierd vanuit het Aof (Arbeidsongeschiktheidsfonds). Dus ook de 60-plussers die een reguliere beoordeling  hebben gekregen. De (middel)grote werkgevers dienen wel goed te controleren dat ze de uitkeringen niet toch via de Werkhervattingskas krijgen toegerekend.

Door deze aankondiging dat voor de groep die in aanmerking komt voor de vereenvoudigde WIA-beoordeling alle lasten betaald worden uit het Aof, hoeven ook de WGA-eigenrisicodragers niet voor deze WGA-lasten te betalen als er gekozen wordt voor een reguliere beoordeling. Wel geeft het UWV aan dat de WGA-eigenrisicodrager actief de re-integratiedienstverlening moet doorzetten op het moment dat er nog arbeidsmogelijkheden zijn.

Artikelen

Geschreven door

Marjol Nikkels, vakspecialist sociale zekerheid