Skip to main content Skip to footer

Schade claimen
bij het UWV

Blog

In de vorige blog van Stéphanie is stilgestaan bij de ‘vinken van het UWV’ en wat er gebeurt als het UWV te streng de re-integratie-inspanningen van een werkgever toetst: een streep door de opgelegde loonsanctie. Fijn voor de werkgever natuurlijk, maar daarmee is de kwestie nog niet afgedaan. De werkgever zal de schade die hij heeft geleden als gevolg van de onterechte loonsanctie vergoed willen krijgen van het UWV.

In deze blog wordt besproken hoe de werkgever de schade daadwerkelijk vergoed kan krijgen en welke schadeposten voor vergoeding in aanmerking komen als het UWV ten onrechte een loonsanctie heeft opgelegd. Eerst wordt aandacht besteed aan hoe de procedure van een schadeverzoek in zijn werk gaat. Daarna worden de schadeposten uitgewerkt die voor vergoeding in aanmerking komen.

Op grond van de wet en vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep[1] geldt dat als blijkt (in bezwaar of beroep) dat het UWV ten onrechte een loonsanctie aan een werkgever heeft opgelegd, dit een onrechtmatige daad van het UWV oplevert. Met andere woorden: het feit dat de loonsanctie is teruggedraaid, maakt dat het loonsanctiebesluit onrechtmatig is.

 

De vervolgprocedure om de schade die de werkgever heeft geleden door de onterechte loonsanctie te claimen bij het UWV, kan op twee manieren worden ingestoken. Beide procedures zijn overigens geregeld in de Algemene wet bestuursrecht (artikel 8:88 e.v. Awb). 

  • De eerste optie is dat de werkgever een verzoek tot schadevergoeding indient in een lopende (hoger) beroepsprocedure. De bestuursrechter is sinds 1 juli 2013[2] namelijk exclusief bevoegd om over de schade als gevolg van een onrechtmatig besluit van (onder andere) het UWV te oordelen. 
  • De tweede optie is dat de werkgever een aparte procedure start over de schade. Als er geen (hoger) beroepsprocedure loopt, dan is deze tweede optie dus de enige route. De werkgever moet dan een verzoekschrift indienen bij de bestuursrechter om de schade vergoed te krijgen.

 

1. Verzoek tijdens (hoger) beroepsprocedure

Tijdens de (hoger) beroepsprocedure kan de bestuursrechter, naast het beroep zelf, ook een oordeel geven over een schadeverzoek. Als de bestuursrechter vindt dat het UWV ten onrechte een loonsanctie heeft opgelegd, dan kan de bestuursrechter direct een oordeel geven over de schade die de werkgever als gevolg daarvan lijdt. Dat is efficiënt: de werkgever hoeft na de (positieve) uitspraak van de bestuursrechter niet apart een schadeverzoek in te dienen.

 

2. Verzoek buiten de procedure

Als de werkgever geen schadeverzoek indient hangende de beroepsprocedure bij de bestuursrechter (of de loonsanctie is door het UWV in bezwaar herroepen, waardoor er geen beroepsprocedure bij de bestuursrechter volgt), dan kan een aparte schadeverzoekprocedure gestart worden. In dat geval moet de werkgever wel eerst het UWV in de gelegenheid stellen zelf een oordeel over de schade te geven, voordat het verzoek bij de bestuursrechter wordt ingediend. Weigert het UWV de schade (volledig) te vergoeden, dan kan de werkgever bij de bestuursrechter aankloppen. 

 

De procedure om schade door een ten onrechte opgelegde loonsanctie vergoed te krijgen is dus vrij overzichtelijk; vergoeding van de schade kan in een bestuursrechtelijke procedure door een werkgever worden verzocht. Het is dus niet nodig een aparte civiele (dagvaardings)procedure te starten, dat scheelt in de kosten (denk aan het griffierecht in civiele zaken).

 

Welke schadeposten komen voor vergoeding in aanmerking?

Als eenmaal duidelijk is dat het UWV ten onrechte een loonsanctie heeft opgelegd, moet de werkgever inzichtelijk maken welke schade het gevolg is van de loonsanctie. Alleen schade die rechtstreeks het gevolg is van de loonsanctie komt voor vergoeding in aanmerking. De werkgever moet volgens de regels van het civiele schadevergoedingsrecht (en die ook in deze bestuursrechtelijke procedure gelden) zoveel mogelijk in de toestand gebracht worden alsof de loonsanctie niet zou zijn opgelegd. 

 

Loonschade

De grootste schadepost is uiteraard de loonschade. De werkgever heeft – zo blijkt achteraf – ten onrechte het loon van de zieke werknemer langer doorbetaald. Dat loon moet het UWV ‘terugbetalen’. Werkgevers moeten er rekening mee houden dat volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep[3] niet alle loonschade voor vergoeding in aanmerking komt.

 

Het uitgangspunt is dat in het ‘derde ziektejaar’ 70% van het gemaximeerde dagloon wordt doorbetaald, zoals dat in artikel 7:629 lid 1 BW is bepaald. Veel werkgevers betalen (vaak zonder zich daarvan bewust te zijn) in het loonsanctiejaar meer dan de wettelijke 70%. Dat meerdere komt niet voor vergoeding in aanmerking. Alleen als in de arbeidsovereenkomst of cao expliciete afspraken zijn gemaakt dat in een loonsanctiejaar meer dan 70% van het gemaximeerde dagloon wordt doorbetaald, zal het UWV meer dan de wettelijke 70% aan de werkgever moeten vergoeden.

 

Onder loonschade valt overigens ook het extra vakantiegeld (en opgebouwde vakantiedagen), de door de werkgever betaalde premies, waaronder het werkgeversdeel van de betaalde pensioenpremie, WGA-hiaatverzekering en ANW-gatverzekering. Ook als de werkgever tijdens de loonsanctie de reiskosten heeft doorbetaald, komen deze voor vergoeding in aanmerking.

 

Daarnaast zal de transitievergoeding door de opgelegde loonsanctie hoger zijn dan aan het einde van twee jaar ziekte (de opbouw van de transitievergoeding loopt immers gewoon door). Ook die hogere transitievergoeding kan de werkgever mijns inziens claimen bij het UWV, deze staat immers in rechtstreeks verband tot de (onterecht) opgelegde loonsanctie en wordt niet gedekt door de compensatieregeling transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid. Die regeling compenseert namelijk alleen de transitievergoeding zoals die per datum einde wachttijd zou zijn. Let op dat er plannen zijn om de compensatieregeling af te schaffen in 2027[4] voor bedrijven met 25 of meer werknemers.  

 

Kosten arbodienstverlening

Tijdens de loonsanctie loopt niet alleen de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever door, maar ook de verplichting om de werknemer te re-integreren. De kosten die met deze re-integratie zijn gemoeid komen ook voor vergoeding in aanmerking. Die zijn immers ook direct het gevolg van de verlenging van de loondoorbetalingsverplichting tijdens ziekte die achteraf onjuist blijkt te zijn. Overigens kunnen interne kosten die gemoeid zijn met de begeleiding (casemanagement) in sommige gevallen ook voor vergoeding in aanmerking komen, zolang de werkgever deze kosten kan onderbouwen én deze kosten het rechtstreeks gevolg zijn van de ten onrechte opgelegde loonsanctie.

 

Kosten juridische bijstand

Een andere belangrijke kostenpost is juridische bijstand. Niet iedere werkgever zal zelf een procedure tegen een loonsanctiebeslissing voeren. Datzelfde geldt mogelijk voor het indienen van een schadeverzoek. Komen de kosten voor juridische bijstand ook voor vergoeding in aanmerking? Helaas niet. In het bestuursrecht is namelijk al een regeling voor vergoeding van proceskosten (forfaitair systeem) als een besluit in bezwaar of beroep wordt vernietigd of herroepen. Deze vaste kostenvergoeding dekt (vrijwel nooit) de werkelijke juridische kosten, maar die kunnen dus in het kader van het schadeverzoek niet geclaimd worden. Alleen als sprake is van bijzondere omstandigheden, zou dat anders kunnen zijn, volgt uit de rechtspraak[5].

 

De werkgever moet alle geleden schade – vanzelfsprekend – inzichtelijk maken en onderbouwen met bewijs.

 

Tot slot

Schade verhalen op het UWV als gevolg van een onterecht opgelegde loonsanctie is mogelijk, mits de schade in voldoende verband staat met de opgelegde loonsanctie. De werkgever dient zich ervan bewust te zijn, dat de grootste schadepost (het doorbetaalde loon) niet altijd voor volledige vergoeding in aanmerking komt. Als de werkgever namelijk meer dan 70% van het gemaximeerde dagloon uit artikel 7:629 lid 1 BW heeft betaald gedurende de loonsanctie, zonder dat daarvoor een verplichting bestond op grond van de arbeidsovereenkomst of cao, dan zal dat te veel betaalde loon niet voor vergoeding in aanmerking komen.

 

Des te belangrijker om voor einde wachttijd aan de werknemer én salarisadministratie (daar gaat het vaak mis) te communiceren dat na 104 weken nog maar 70% van het gemaximeerde loon zal worden betaald. Of, als er geen loonsanctie is opgelegd, dat de loondoorbetaling tijdens ziekte stopt en naar werkelijke loonwaarde zal worden betaald (indien aan de orde natuurlijk).

 

Kortom: de werkgever die met succes een loonsanctiebeslissing van tafel weet te vegen, heeft daarmee de schade nog niet daadwerkelijk beperkt, daarvoor is aanvullende actie vereist!

 

Volgende keer: de omgekeerde situatie: kan de werknemer ook schadevergoeding van het UWV claimen als het UWV ten onrechte geen loonsanctie heeft opgelegd?

 

 [1] Centrale Raad van Beroep 9 december 2015 (ECLI:NL:CRVB:20215:4248)

[2] Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten (Stb. 2013,50)

[3] Centrale Raad van Beroep 9 december 2015 (ECLI:NL:CRVB:2015:4236)

[4] Zie Tweede Kamer, vergaderjaar 2024–2025, 36 600, nr. 2 p. 245 te raadplegen via [https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/prinsjesdag/miljoenennota-en-andere-officiele-stukken]

[5] Raad van State, 22 oktober 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:3776)

Blogs

Geschreven door

Stéphanie Heijtlager, advocaat arbeidsrecht, socialezekerheidsrecht, verzuim & arbeidsongeschiktheid