De internet-browser die je gebruikt wordt niet langer ondersteund

Dit betekent o.a. dat je geen diensten kunt bestellen. Start met een andere browser of neem contact op met onze klantenservice. Browsers die we aanraden zijn Chrome, Edge, Firefox of Brave.

Publicatie

15 november 2025

Ontslag na langdurige arbeidsongeschiktheid bij tegenstrijdige oordelen

In deze blog wordt stilgestaan bij een uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de wettelijke voorwaarden die gelden bij een ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid.

Op grond van de wet is ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid alleen mogelijk als het opzegverbod tijdens ziekte voorbij is én aannemelijk is dat binnen 26 weken geen herstel zal optreden en dat binnen die periode de bedongen arbeid niet (in aangepaste vorm) kan worden verricht[1]. Of een werknemer binnen 26 weken zal herstellen voor het eigen aangepaste werk en/of andere passende arbeid binnen de organisatie van de werkgever kan verrichten, moet door een bedrijfsarts (en soms met behulp van een arbeidsdeskundige) worden vastgesteld.

Maar wat als verschillende bedrijfsartsen elkaar tegenspreken over de vraag of een zieke werknemer nog in aangepast (eigen) werk kan blijven werken? Die vraag staat centraal in de uitspraak van de rechtbank Rotterdam.

Is de werknemer geschikt om zijn eigen aangepaste werk te verrichten?

In de zaak waarover de rechtbank moest oordelen, heeft het UWV de ontslagaanvraag van een werkgever afgewezen. Volgens het UWV kon de langdurig arbeidsongeschikte senior operator zijn eigen werk namelijk wel in aangepaste vorm verrichten. Daarmee was volgens het UWV niet voldaan aan de wettelijke eisen voor ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid.

Tegenstrijdige oordelen

Deze beslissing van het UWV staat haaks op het oordeel van de door de werkgever ingeschakelde bedrijfsarts. Deze bedrijfsarts heeft – nadat de eerder door het UWV opgelegde loonsanctie met succes bekort is – gerapporteerd dat de fysiek beperkte werknemer helemaal niet in zijn eigen (aangepast) werk kan blijven werken. De fysieke beperkingen van de werknemer zijn volgens de bedrijfsarts dusdanig dat de functie van senior operator niet passend is en ook niet passend kan worden gemaakt. Naar aanleiding van dit actueel oordeel van de bedrijfsarts, heeft de werknemer zelf een second opinion[2] aangevraagd bij een andere bedrijfsarts.

Die second opinion bedrijfsarts rapporteert juist weer dat de werknemer meer belastbaar is dan de eerste bedrijfsarts stelt en zijn eigen aangepaste functie van senior operator duurzaam zou kunnen verrichten.

Omdat er twee tegenstrijdige oordelen liggen vraagt het UWV voor de beoordeling van de ontslagaanvraag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid intern een oordeel aan over de geschiktheid van deze werknemer om zijn eigen aangepaste werk duurzaam te verrichten.

Oordeel UWV: prognose is dat de werknemer in de komende 26 weken verder zal herstellen en hersteld is voor eigen aangepast werk.

Het UWV wijst op basis van dit oordeel de ontslagaanvraag van de werkgever af. De werknemer start daarop een procedure bij de kantonrechter om af te dwingen dat hij zijn eigen aangepaste werk bij zijn werkgever mag verrichten. De werkgever start daarop weer een procedure bij dezelfde kantonrechter om de afwijzing van de ontslagaanvraag door het UWV aan te vechten. Over beide punten moet de kantonrechter Rotterdam de knoop doorhakken. Waarbij de belangrijkste vraag die de kantonrechter moet beantwoorden, de vraag is of het UWV terecht heeft geoordeeld dat de werknemer in zijn eigen aangepaste functie van senior operator kan werken en of het ontslag dus terecht is afgewezen door het UWV.

Mag het van de werkgever gevraagd worden de functie aan te passen aan de beperkingen van de werknemer?

Volgens de kantonrechter is dat niet het geval, althans van deze werkgever kan niet gevraagd worden het eigen werk van de werknemer zo aan te passen dat hij daarin kan blijven werken met zijn fysieke beperkingen.

In deze procedure heeft een in deze procedure ingeschakelde arbeidsdeskundige uitvoerig gerapporteerd dat op nagenoeg alle taakonderdelen de functie van senior operator aangepast zou moeten worden, wil de werknemer met zijn beperkingen in deze functie kunnen werken. Dat kan volgens de kantonrechter niet van deze werkgever gevraagd worden. Bovendien heeft de werkgever de functie van senior operator al op diverse fysieke taakonderdelen aangepast. Nog verdere aanpassingen van de functie kan niet van de werkgever gevraagd worden, dat zou namelijk een onevenredige belasting voor de andere teamleden betekenen en is praktisch onuitvoerbaar binnen de organisatie van de werkgever.    

Slotsom

Volgens de kantonrechter is daarmee wél aan de voorwaarden voor ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid voldaan: de werknemer is duurzaam ongeschikt voor het eigen aangepaste werk en de werkgever hoeft de functie niet op alle taakonderdelen aan te passen om de functie geschikt te maken voor de werknemer. De werkgever heeft weliswaar een verplichting om aangepaste arbeid aan te bieden aan langdurig zieke werknemers, maar die verplichting gaat niet zover dat de functie volledig aan de fysieke mogelijkheden van de werknemer wordt aangepast. De kantonrechter ontbindt daarom de arbeidsovereenkomst vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid en wijst de vordering van de werknemer tot wedertewerkstelling in zijn eigen aangepaste werk af.

De kantonrechter hecht in deze zaak veel waarde aan het uitgebreide arbeidsdeskundig rapport[3], waarin de belasting van de functie van de werknemer duidelijk is beoordeeld in relatie tot de belastbaarheid van de werknemer. Volgens de kantonrechter volgt uit deze beoordeling kristalhelder dat de werknemer op alle taakonderdelen ongeschikt is voor zijn eigen aangepaste werk als senior operator. De werkgever heeft al de nodige maatregelen getroffen om de fysieke belasting in deze functie beperken, maar verdergaande aanpassingen kunnen van de werkgever en het team van collega’s in het productieproces in redelijkheid niet gevraagd worden.

Uit deze uitspraak volgt het belang van een duidelijke functieomschrijving, niet alleen in het kader van bijvoorbeeld discussies over (dis)functioneren van een werknemer en passende/nieuw bedongen arbeid, maar zeker ook in het kader van ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid en in hoeverre aanpassingen van een functie van een werkgever gevergd kunnen worden.

Tip: zorg voor een duidelijke functieomschrijving, waarin de fysieke belasting van een functie duidelijk staat omschreven en een goede medische (en indien nodig: arbeidsdeskundige) onderbouwing bij een ontslagaanvraag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. In de hier besproken uitspraak was de functieomschrijving met uitvoerige arbeidsdeskundig onderbouwing over de fysieke belasting van de functie van doorslaggevend belang voor de kantonrechter om uiteindelijk tot het oordeel te komen dat aan de voorwaarden voor ontslag vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid was voldaan én de arbeidsovereenkomst met de langdurig zieke werknemer moest eindigen.

 

[1]  Let op: ook bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid geldt een herplaatsingsverplichting voor een werkgever van een arbeidsongeschikte werknemer hem/haar in een andere passende functie binnen de organisatie van de werkgever te plaatsen.

[2] Een werknemer kan als hij het niet eens is met het oordeel van de bedrijfsarts op grond van artikel 14 lid 2 onder g van de Arbeidsomstandighedenwet een second opinion aanvragen bij een andere bedrijfsarts (of een deskundigenoordeel bij het UWV). Beige oordelen zijn overigens niet-bindend.

[3] Zie bijv. de zaak ECLI:NL:RBDHA:22005, waarin de kantonrechter expliciet een verwijt maakt aan een werkgever in rechtsoverweging 4.13 dat de werkgever geen actueel en concreet arbeidsdeskundig rapport heeft overgelegd waar de arbeidsdeskundige ingaat op welke punten de functiebelasting de belastbaarheid van een zieke werknemer overschrijdt.

Geschreven door: Stéphanie Heijtlager (advocaat arbeidsrecht, socialezekerheidsrecht, verzuim & arbeidsongeschiktheid)